Hoe dan ook, het Referendum van de Gouden Schoen werd in 1954 in het leven geroepen door Charles Baete, een ex-speler van Beerschot en journalist van Het Laatste Nieuws. Hij contacteerde een elftal voetbalexperts en vroeg hen om punten te geven aan de spelers die een uitmuntende indruk hadden gelaten. Rik Coppens won de eerste editie van de Gouden Schoen met een straat voorsprong. Hij verzamelde maar liefst 203 punten. Jef Mermans, toen bij Anderlecht, eindigde tweede met 88 punten. Journalist Jan Herdies schreef toen: “Het is werkelijk het eerste jaar dat Coppens zich op het internationaal plan als grote vedette onderscheidde en dat hij de meeste onbetwistbare bewijzen gaf van zijn talent.”
Het uitreiken van de Gouden Schoen gebeurde in die tijd zonder wervelende show en zonder echtgenotes en/of vriendinnen met diepe decolletés. “Er werd mij gevraagd om een schoen te leveren, die dan verguld zou worden”, deed Coppens jaren geleden zijn verhaal. “Ik pakte een hockeyschoen uit de kast, waar ik meestal mee trainde, en die al fameus versleten was, en liet die bij de organisatoren belanden. Een week later kreeg ik dan die Gouden Schoen overhandigd, net voor de aftrap van een thuismatch. En daarmee was de zaak af. Zonder show.”
“Ik was wel blij en fier met die trofee. Jammer dat het reglement stipuleerde dat een speler die maar één keer kon winnen. Pas in de jaren zestig viel die alinea weg. Hoeveel ik er anders had kunnen winnen? Een stuk of honderd toch”, knipoogde hij.
Veel individuele prijzen kan Beerschot niet voorleggen. Naast de Gouden Schoen voor Rik Coppens, werd Marc Degryse in 2000 als speler van Germinal Beerschot gelauwerd als Profvoetballer van het Jaar. Ook mooi, maar die onderscheiding staat in België niet zo hoog aangeschreven als de Gouden Schoen.