COLUMN: GRAPPA 13 "NET GEEN KERS OP DE TAART MAAR O ZO TROTS EN TEVREDEN"

Zo, sinds zondagavond tien voor acht zit het seizoen erop voor Beerschot. Zonder Play Off 2-dessert want daarvoor vergaten onze Mannekes op Standard – net als zeven dagen eerder thuis tegen KV Oostende – dat allerlaatste puntje mee te pikken om in de top acht te eindigen en zo alsnog dat eindrondeticket te versieren. Jammer maar helaas. 

Beerschot negende in het eindklassement dus. Ofwel netjes in het linkerrijtje, waarmee de verwachtingen voor dit eerste seizoen in 1A méér dan ingelost werden. Bravo en proficiat zijn hier dus op hun plaats. Niet alleen omdat we met de vingers in de neus een gans seizoen uit het degradatiemoeras bleven. Maar vooral voor die ronduit schitterende eerste seizoenshelft waarin we met een straat voorsprong het mooiste, spectaculairste, meest verfrissende en doelpuntenrijkste voetbal op de mat legden. Imponeerden, iedereen verbaasden – onszelf misschien nog het meest – en toonden dat “den Beerschot” terug is. Na onze overwinning op KV Mechelen stonden we zelfs even eerste in de rangschikking. De spelvreugde spatte eraf. 

Meer dan eens knepen we onszelf in de arm. Toen we met een feilloze 9 op 9 het seizoen instapten en zelfs kampioen Club Brugge in het Jan Breydelstadion gingen kloppen. Of bij die 5-2, 6-3 en 4-2-thuisoverwinningen tegen respectievelijk Racing Genk, Sint-Truiden en OHL. En wie herinnert zich dat onwaarschijnlijk 5-5 gelijkspel in Kortrijk niet? Kortom, Beerschot was spektakel, Beerschot was baanbrekend, Beerschot was “hot”. En kreeg daar de credits, het respect en de waardering voor. Terecht trouwens.
 

Trainer Hernan Losada en Rapha Holzhauser stonden week na week in de schijnwerpers. De eerste met zijn “we maken gewoon elke week een goaltje meer dan de tegenstander”-aanpak; de andere met zijn fluwelen linkervoet en zijn quasi perfecte traptechniek. Zestien doelpunten, evenveel assists, tweede in het referendum van “De Gouden Schoen” en volgende maand ongetwijfeld laureaat van “Profvoetballer van het Jaar”. Cijfers om bij weg te dromen. 

En dat deden wij, Beerschotsupporters, dan ook. Met ons chronisch gebrek aan bescheidenheid, onze voorliefde voor overdrijving en met een vergevorderde vorm van ludiek relativeringsvermogen gingen we immers een “Leicester City”’ke doen en stevenden we regelrecht op onze achtste landstitel af. Ons Kielse DNA wil nu eenmaal dat we op die manier dromen. Wij, de Mannekes van ‘t Kiel, gingen de Belgische voetbalwereld direct op z’n kop, zetten. Dat hebben we ook maandenlang gedaan. En hoe! 

Toen het in december een beetje stroever begon te lopen, we een coronacrisis beleefden, tot een trainerswissel werden gedwongen en de resultaten plots tegenvielen, belandden we echter weer met onze beide voeten stevig op de grond. En maakten de hoera-verhalen plots plaats voor snoeiharde kritiek. Zeker op de sociale media-platformen. Overdreven, een pak erover zelfs, beschamend en ronduit kwetsend soms. Maar dat hoort er op het Kiel blijkbaar altijd bij. Beerschot is mauve-wit van kleur maar zwart-wit in de beleving. Wij flappen het eruit. Onverbloemd, vaak ongenuanceerd en cru. Bij momenten (veel) te cru. Op de parking zullen ze dat nooit begrijpen trouwens. 

Toegegeven, ik was bij momenten ongemakkelijk, voelde plaatsvervangende schaamte toen ik sommige commentaren las. Maar anderzijds ook trots dat “wij” zo hartstochtelijk reageerden, niet apathisch werden in deze bizarre coronatijden waardoor we alles noodgedwongen op tv moesten volgen. Het aantal wedstrijden dat we ‘live’ - en dan nog in beperkte mate - in het Olympisch Stadion mochten bijwonen was op de vingers van één hand te tellen. Best lastig en frustrerend. En toch bleven we gedreven, genoten we van het spektakel en kreunden we onder meer bij die twee derby-nederlagen tegen Antwerp en die ongelukkige bekeruitschakeling tegen KV Mechelen, die diepe krassen op onze Kielse ziel kerfden. Van euforisch tot gekrenkt en terug. Nooit gelaten, altijd geëngageerd en bloedfanatiek. Als échte supporters. Als échte voetbalfans. 

Het seizoen 2020-2021 was er een met twee gezichten. Met hoge pieken en diepe dalen, maar het totaalplaatje mag gezien worden. Zeker die sensationele eerste maanden moeten we blijven koesteren. Want daar en dan werd de basis van “het nieuwe Beerschot” gelegd. Gelukkig misschien dat de sportieve terugval het onrealistisch hoge verwachtingspatroon doorprikte en ons deed inzien dat we nog stappen moeten zetten om een vaste waarde te worden in de (sub)top van het Belgisch voetbal. We staan immers nog maar aan het begin van dit nieuwe leerproces. Zijn we goed bezig? Ja hoor! Is er nog ruimte voor verbetering? Zeer zeker! 
 
Het bestuur, dat er via enkele financiële injecties voor zorgde dat de corona-putten gevuld geraakten (waarvoor dank!), is nu weer aan zet. Voor het eerst in drie seizoenen krijgen zij nu ruim de tijd om te bezinnen en te herbronnen, alles op een rijtje te zetten en ons degelijk voor te bereiden op het nieuwe seizoen. Iets wat ons twee jaar geleden niet werd gegund door het onfrisse “Propere Handen”-dossier, terwijl twaalf maanden geleden het corona-gedoe ervoor zorgde dat we pas één week voor de start van de competitie wisten in welke reeks we zouden starten.  En dan toch nog zo’n knap seizoen neerzetten. Chapeau. Merci Beerschot voor al dat lekkers. Die zure appel voor het mislopen van Play Off 2 is na een nachtje slapen en deze reflectie eigenlijk al doorgeslikt en verteerd. 

Want trots en fierheid overheersen. Omdat we er na zeven zotte seizoenen en die rush vanuit provinciale tot in 1A opnieuw bij horen. Omdat we iedereen positief verrasten. Omdat we die typisch grillige “winnen tegen de sterke ploegen, verliezen tegen de zwakke broertjes”-curve trouw blijven. Omdat “den 13” in ons hart zit. Omdat we buitenbeentjes zijn en dat willen blijven. En vooral: omdat den Beerschot de schoonste maîtresse is die er bestaat. 
 
Beerschot, wat een club! 

ChallengerPro League

1 K. Beerschot V.A. 50 pts
2 SK Lommel 48 pts
3 K.M.S.K Deinze 46 pts
4 F.C.V. Dender E.H 45 pts
5 Patro Eisden Maasmechelen 43 pts