Dat Beerschot aan de leiding staat in de tweede periode heeft het mee te danken aan een goede organisatie en een solide verdediging. We hebben het beste doelsaldo, en niemand heeft minder tegendoelpunten. ‘Dat is mee de verdienste van Mike. Hij is een sterk en constant seizoen aan het spelen, en heeft al enkele moeilijke en cruciale reddingen gedaan. Dat is niet vanzelfsprekend in een ploeg waarin hij dikwijls niet veel werk heeft. Maar als het nodig is, staat hij er. Mike heeft dat nodig want hij is graag belangrijk voor de ploeg. Ook die kapiteinsband heeft hem doen groeien. Hij wil niks liever dan verantwoordelijkheid te dragen voor zijn team. Dat maakt hem trots.’
Vanhamel is intussen uitgegroeid tot een van de Kielse publiekslievelingen, ondanks z’n slechte start bij het begin van het vorige seizoen. ‘Het is nog steeds dezelfde persoonlijkheid en ook toen werkte hij hard -misschien zelfs nog harder-, maar hij is dat seizoen begonnen met 7kg meer dan dit seizoen. De focus lag op het gewichtsverlies en je kan niet op twee zaken tegelijk gefocust zijn. Hij heeft z’n start gemist op het Kiel maar heeft dat helemaal rechtgezet. Anderzijds ben je als keeper maar zo goed als je laatste match. Als hij straks een fout maakt kan dat grote gevolgen hebben. Dat mag dus niet gebeuren.’
Niet dat Nys twijfelt aan de stressbestendigheid van z’n poulain. ‘Vanhamel is niet snel zenuwachtig. Hij is een gezinsman die alles op een rijtje heeft. Hij staat goed in het leven, en dat helpt. Zowel Mike als ik kicken op de wedstrijden die eraan komen. Ik denk dat Mike trouwens sneller een nederlaag van zich af kan zetten dan ik. Als we verloren hebben, ben ik de dag erna niet te genieten.’ Patrick Nys is ook op de bank een en al vuur en emotie. ‘Dat is bij mij nog net hetzelfde als toen ik keeper was. Ook voor de match pomp ik mezelf vol adrenaline en rijd ik met knallende muziek naar het stadion. Mijn familie is nog steeds blij als ik op wedstrijddag het huis uit ben.’
Eenmaal aangekomen in het stadion speelt zich steeds hetzelfde ritueel af. ‘Vlak voor en na de opwarming spreek ik in op de keeper. Dat is peptalk en dat kan soms hevig zijn. En niet alleen de opwarming, maar ook de laatste training voor een wedstrijddag verlopen steeds volgens hetzelfde stramien en met dezelfde oefeningen. Dat deed ik ook al bij Kawashima, Sels en Dutoit. Dat zijn allemaal keepers die ik naar een hoger niveau heb gebracht en die de clubs geld hebben opgeleverd. Allemaal met mijn rituelen en mijn werkwijze. Ik ben een doener, geen cijferaar. Keepers moeten vooral werken, hard werken.’