De historie van onze club

Geschiedenis

Het ontstaan

Beerschot Athletic Club werd opgericht op 3 september 1899 door Alfred Grisar, die het perceel grond in de wijk Kiel in het zuiden van Antwerpen dat aan zijn vader Ernest toebehoorde, uitbouwde tot een multifunctionele sportaccommodatie. Naast de al bestaande paardenrenbaan en stallingen werden op en de grasterreinen sportvelden aangelegd voor hockey, cricket, rugby, polo en tennis. In februari 1900 werd ook een voetbalafdeling opgericht, die zich in juli van dit jaar officieel liet registeren. Als clubkleuren opteerde Beerschot AC voor paars en wit. Het paars als teken van rouw, ter nagedachtenis van Ernest Grisar, die net daarvoor was overleden. Paul Havenith werd in 1901 de eerste voorzitter van de club.

De eerste wedstrijd van Beerschot AC vond plaats op 21 oktober 1900, tegen Cercle Brugge… en was meteen een schot in de roos. Beerschot won met overtuigende 10-2-cijfers. Het startte meteen in de ere-afdeling, degradeerde op het einde van het seizoen 1905-1906 maar knokte zich het daaropvolgende seizoen terug en  zou tot 1981 onafgebroken op eerste klasse-niveau voetballen.

 

Olympisch Stadion

Toen de stad Antwerpen zich in 1919 kandidaat stelde als gaststad voor de Olympische Spelen van1920,werd onmiddellijk gekozen voor de accommodatie van Beerschot AC. Die was in de loop der jaren uitgegroeid tot een pareltje, en viel zo in de smaak van het Internationaal Olympisch Comité, dat voorzitter Pierre De Coubertin voor het stadion op het Kiel opteerde. Twee jaar na het beëindigen van de Eerste Wereldoorlog was Beerschot dus gastheer voor de VIIde Olympiade, en werd het Beerschotstadion officieel omgedoopt tot Olympisch Stadion. Naast de al bestaande hoofdtribune werd aan de overzijde een iets kleinere “kleine tribune” gebouwd, met houten loges. Achter de doelen, op de staanplaatsen (“de volksplaatsen”) verschenen plaasteren Griekse zuilen, die drie jaar later opnieuw werden afgebroken. Vier torens maakten het decor compleet. Tijdens de Olympische Spelen van 1920 werden voor het eerst de Olympische vlag met vijf ringen voorgesteld én de Olympische eden uitgesproken. Voor het financiële plaatje deden het Belgisch Olympisch Comité en de stad Antwerpen ook beroep op het Beerschot-bestuur, dat voornamelijk uit graven en andere notabelen bestond.

Rik Coppens wordt de nieuwe vedette

In de jaren 1940-1950 kon Beerschot geen nieuwe titels aan haar palmares toevoegen. Paars-wit bleef wel opteren voor mooi combinatievoetbal – “het schoonste voetbal wordt nog altijd in het Olympisch Stadion op het Kiel gespeeld” schreven de kranten jarenlang –maar dat werd niet vertaald in successen. In 1950 vierde Beerschot zijn vijftigjarig bestaan met een jubileumwedstrijd tegen Tottenham Hotspur, die met 2-1 werd gewonnen.

Drie jaar later was Beerschot de eerste voetbalclub die in Belgisch Congo voor drie weken oprondreis trok en in zowat alle uithoeken van het immense land exhibitiewedstrijden speelde. Het toonde zich een waardig ambassadeur voor België en het Belgisch voetbal en bouwde er een enorme populariteit op. Spelers als Stanneke Huysmans en Rik Coppens werden er als helden gevierd.

Rik Coppens had zich in die periode opgeworpen als de nieuwe vedette van Beerschot. Hij beschikte over een enorme technische bagage, was balvast, had een oogje voor doelpunten, superindividualist en bespeelde de toeschouwers op ongeëvenaarde manier. Toen hij na een blessure in 1954 wederoptrad met de reserven tegen Beringen, zaten er meer dan 8.000 toeschouwers in het Olympisch Stadion. Zijn populariteit was immens. In datzelfde jaar 1954 werd hij de eerste laureaat van de Gouden Schoen, de ultieme bekroning voor de beste voetballer uit België.

Kampioen werd Beerschot niet met Rik Coppens in de rangen. Maar spektakel was er ‘à volonté’. Onder meer in een exhibitiewedstrijd tegen het Santos van Pele in 1960. De Braziliaanse balgoochelaars voetbalden Beerschot van de mat met 1-10-cijfers… maar het mooiste doelpunt kwam die avond van de voet van Coppens, die de bal met een opwippertje over een Braziliaanse verdediger tilde en met een halve omhaal raak trof. Pele was de eerste om Coppens te feliciteren met die wereldgoal.

Juan Lozano

Inmiddels hadden de Beerschot-supporters ook al kennis gemaakt met de jonge Spaanse middenvelder Juan Lozano, die met z’n ouders vanuit Andalusië naar Antwerpen was gekomen en op de oefenvelden van de jeugd op de Wilrijkse Pleinen iedereen op een hoopje had gedribbeld. Na Raymond Braine en Rik Coppens het derde natuurtalent van Beerschot.  De speler met de fluwelen baltoets. Na de bekerwinst van 1979 verliet hij Beerschot en verbreedde hij zijn sportieve horizon: eerst naar de Washington Diplomats waar de dollars hem toelachten, daarna naar Anderlecht en Real Madrid. Een geniale voetbalartiest met de stempel “Beerschotproduct” op z’n achterste.

De succesjaren 1920-1930

Door de Olympische Spelen, waar het nationale voetbalelftal van België de gouden medaille had gewonnen, kreeg het voetbal in Antwerpen een enorme boost. In die periode groeide Beerschot ACuit tot de populairste, best voetballende en succesvolste ploeg van België.  In het seizoen 1921-22werd Beerschot voor de eerste keer landskampioen, na een testwedstrijd tegen Union. Ook in de seizoenen 1923-24, 1924-25, 1925-1926 en 1927-1928eindigden de paars-witten telkens eerste in ere-afdeling. Vijf titels in een tijdspanne van zeven jaar, en dit onder leiding van trainer Johnny Dicken met Raymond Braineals absolute uitblinker.

In 1925,bij het vieren van het vijfentwintig jarige bestaan van de club, kreeg Beerschot de koninklijke titel toegewezen, en werd de clubnaam Royal Beerschot Athletic Club.

Begin jaren dertig moest Beerschot zijn hegemonie even afstaan. Mede als gevolg van het gedwongen vertrek van Raymond Braine naar Sparta Praag.Braine werd door de Belgische Voetbalbond geschorst omdat hij in Antwerpen een café uitbaatte en ging in op het aanbod van de Tsjecho-Slowaakse topclub, waar hij verder uitgroeide tot een absolute wereldvoetballer. Met hem won Sparta Praag onder meer de Mitropa Cup, de voorloper van de Beker der Landskampioenen en de Champions League. In 1937 keerde Braine terug naar België– en naar Beerschot -, en dat leverde de club twee nieuwe landstitels op: in de seizoenen 1937-38 en 1938-39. Beerschot leek klaar voor een nieuwe langere succesperiode, maar die werd in 1940 brutaal afgestopt door de Tweede Wereldoorlog.

De intrede van het professionele voetbal op het Kiel

Eind jaren 1960 deed ook bij Beerschot het profvoetbal zijn intrede. In 1968 werd voor een nieuwe naam geopteerd: Koninklijke Beerschot Voetbal- en Atletiekvereniging.  Met de professionalisering verscheen ook de eerste buitenlandse voetballers in het Olympisch Stadion: Lothar Emmerich, een Duits international die in 1966 nog de finale van de Wereldbeker had gespeeld op Wembley tegen Engeland, was één van de beste transfers in die periode. In zijn eerste seizoen bij Beerschot (1969-1970) kroonde hij zich direct als Belgisch  topscorermet 29 doelpunten uit 30 wedstrijden.

In de jaren zeventigwon Beerschot twee keer de Beker van België. In 1971werd Sint-Truidenop de Heizel verslagen met 2-1 na verlengingen (doelpunten van Herman Houben en Arto Tolsa); in 1979was er 1-0-winst in de finale tegen Club Brugge (doelpunt Johan Coninx). In die laatste wedstrijd stond bij Beerschot de Poolse wonderdoelman Jan Tomaszewski onder de lat en zorgde de Haitiaanse balgoochelaar Emmanuel Sanon voor de beslissende assist. Twee voetballer die door Beerschot op het WK werden weggeplukt… en zich in het Olympisch Stadion verder ontwikkelden tot wereldsterren.

Financiële problemen, degradaties, faillissementen en andere kommer en kwel

In 1981werd Beerschot door de Belgische Voetbalbond bestraft met verplichte degradatie, als gevolg van “vermoedens van omkoping”.Het was Beringen dat hierover een schimmige klacht had ingediend, maar Beerschot werd naar tweede afdeling verwezen. Voor het eerst sinds 1906. Paars-wit knokte zich het daaropvolgende seizoen echter weer terug naar eerste klasse en nam zijn plaats onder de Belgische voetbalelite weer in. 

De club kreeg een nieuwe schwung, en vooral de Jeugdafdeling werkte zich op het nationale- en internationale voorplan, met het jaarlijkse Muguet Tornooi op de Wilrijkse Pleinen, waar toppers uit binnen- en buitenland op afkwamen. Teams als Anderlecht, Club Brugge, Standard, Ajax, Feyenoord, PSV, Arsenal, Spartak Moskou,… ze stuurden allemaal hun beste jeugdteams naar Antwerpen.

Sportief ging het jaar na jaar echter minder. Er waren nog wel eens enkele positieve uitschieters, zoals een 5-1-derbyzege tegen Antwerp en een sensationele 4-3-overwinning tegen Standard waarbij in het slotkwartier een 0-3-achterstand werd omgebogen, maar in de eindrangschikking was Beerschot vaak in het rechterkolommetje terug te vinden.

In 1991 volgde desportievedegradatie naar tweede klasse… en met een klacht van SK Tongeren er bovenop moest Beerschot zelfs in derde afdelingaantreden.  Weer knokte paars-wit zich onmiddellijk terug (naar tweede klasse)… maar daar stokte de wederopstanding. Seizoen na seizoen werd in de eindronde net naast de promotie gegrepen, en dat had ook erge financiële consequenties. 

Onder voorzitter Paul Nagels werd de club omgevormd tot Koninklijke Beerschot Voetbal- en Atletiek Club, kreeg het stadion een opfrisbeurt maar de sportieve wagen ging niet meer aan het rollen. In 1997 verlieten de laatste profs het zinkende Beerschot-schip en ging de club financieel kopje-onder.Trainer Marc Noé maakte de laatste seizoenen vol met een groep gretige maar onervaren jeugdspelers. In 1998 volgde de degradatie naar derde klasse, waarna de club in vereffening ging, in handen kwam van advocaat Guy Laugs, en de laatste rechte lijn werd ingezet.

In mei 1999speelde Beerschot VAC in het Olympisch Stadion zijn allerlaatste competitiewedstrijd uit zijn geschiedenis, in derde klasse tegen Rita Berlaar. Er werd met 1-2-verloren, het stamnummer 13 werd door de Koninklijke Belgische Voetbalbond uit roulatie genomen. Het doek viel.

Verrijzenis als Germinal Beerschot Antwerpen

Enkele maanden eerder hadden de clubbesturen van het failliete Beerschot en het supporterloze Germinal Ekeren enkele keren rond de tafel gezeten en werd er een akkoord bereikt om onder de naam KFC Germinal Beerschot Antwerpen, en met het stamnummer 3530 van Germinal, aan het seizoen 1999-2000 te beginnen. In eerste klasse. De club zou zijn thuiswedstrijden spelen in het Olympisch Stadion en begon met een ultra-prestigieus project aan een nieuw leven. De Nederlandse topclub Ajax ondersteunde financieel maar pikte tegelijkertijd de grootste jeugdtalenten (Jan Vertonghen, Thomas Vermaelen, Toby Alderweireld, Tom De Mul,…) in. Jos Verhaegen, met in zijn zog René Snelders, werden de grote bazen, Franky Vander Elst trainer, toppers als Marc Degryse en kleppers als Wesley Sonck, Manu Karagiannis, Luciano, Daniel Cruz, François Sterchele stonden allemaal op de Kielse loonlijst. Eén succes leverde het op, in 2005. Een derde bekerzege in het Koning Boudewijnstadion, waar onder leiding van trainer Marc Brys Club Bruggemet 2-1 werd verslagen, met doelpunten van Karel Snoeckx en Kris De Wree.  Wat volgde waren Europese duels tegen Olympique Marseille (twee keer 0-0 maar gewipt met de strafschoppen) en een unieke kans om door te groeien naar de top.

Op dat moment ontbeerde de clubleiding durf en lef om die volgende stap te zetten… en bleef ter plaatse trappelen. Ajax had inmiddels de geldkraan toegedraaid, terwijl de risicoloze en al te behoudsgezinde aanpak van het duo Verhaegen-Snelders-Hofmans niet langer werd gesmaakt. Plots kwam vanuit het niets een zekere Patrick Vanoppen het Olympisch Stadion binnengewaaid, en die joeg de oud-Germinallers met een putsch buiten.

Vanoppen rijdt Beerschot finaal aan flarden

De zakenman uit het Leuvense wilde weer aanknopen met het glorieuze Beerschot van weleer. Hij veranderde de naam weer naar Beerschot AC, wat stond voor Beerschot Antwerpen Club, maar zijn grootheidswaanzin, nooit ingeloste financiële beloften, egotripperij en falend beleid leidden Beerschot op drie jaar tijd naar een nieuw faillissement. Exit Vanoppen. En opnieuw leek Beerschot dood en begraven.

De weg terug naar de top

Onder impuls van de Beerschotsupporters kwam er in enkele maanden tijd een overeenkomst uit de bus met KFCO Wilrijk, dat in eerste provinciale speelde. De krachten werden gebundeld, en gedragen door de fans ging in 2013 KFCO Beerschot Wilrijk van start. Onder het stamnummer 155 van Wilrijk. En in eerste provinciale. Trainer werd Urbain Spaenhoven, Eric Roef was voorzitter. In een korte tijdspanne van enkele weken gingen er meer dan zesduizend abonnementen over de toonbank, werd er met de stad Antwerpen een akkoord bereikt om de thuiswedstrijden in het Olympisch Stadion te kunnen spelen… en kwam de succestrein op volletoeren.

Met vier kampioenstitels en evenveel promoties klom KFCO Beerschot Wilrijk in één rechte lijn vanuit eerste provinciale naar 1B – en verloor het ondertussen nog één seizoen als gevolg van een competitiehervorming waarbij een extra reeks (Eerste Amateur) werd gecreëerd. De architecten voor die titels waren Urbain Spaenhoven, tussenpaus Dennis van Wijk en de teruggekeerde Marc Brys. Twee keer op rij strandde Beerschot in de ultieme promotieduels die de poort naar 1A zouden openbeuken. In 2018 was Cercle Brugge (met de hulp van scheidsrechter Boucaut) te sterk (1-0 op het Kiel, 3-1 in het Jan Breydelstadion). In 2019 speelde KFCO Beerschot Wilrijk – met Stijn Vreven als nieuwe sportief verantwoordelijke – thuis 0-0 tegen KV Mechelen maar verloor het met 2-1 Achter de Kazerne. In 2020 lukt het wel. Beerschot bereikte opnieuw de finale won zowel de heen- als de terugmatch tegen OHL met respectievelijk 1-0 en 1-4. De comeback in 1A is een feit!

Beerschot degradeert twee seizoenen later opnieuw uit de eerste klasse. In het seizoen 2022-2023 zal het uitkomen in de Challenger Pro League.

Naamsverandering en het oude stamnummer terug

In de loop van het seizoen 2017-2018 werd de club overgenomen door het bouwbedrijf DCA van Francis Vrancken uit Beerse, die daarna 50% van de aandelen afstond aan de Saudische prins Abdullah Bin Mossa’ad bin Abdulaziz al-Saud. Zij gaven de club een belangrijke financiële injectie en gooiden hun sportieve ambities zonder poeha op tafel: zo snel mogelijk naar 1A.Zij verzamelden ook de nodige fondsen om, met ingang van 1 juni 2019, het oude stamnummer 13 terug te kopen– en daarmee ook het mooie palmares van het oude Beerschot – en veranderden de naam in Koninklijke Beerschot Voetbalclub Antwerpen