CLUB NIEUWS, A-KERN NIEUWS
Terugblik op de transferperiode: "Tevreden met onze mercato"
Eén uitgaande speler, zes inkomende transfers, drie transfervrije spelers en drie huurspelers. Zo oogt de transferbalans van Beerschot in januari. Verdediger Luca Meisl vertrok. In zijn plaats kwamen aanvallers Sekou Diawara, Sean Wright-Phillips en Robin Simovic, middenvelder Dean Huiberts en verdedigers Mike Van Beijnen en Cheick Thiam. Heel wat bedrijvigheid dus op ’t Kiel. Hoog tijd om eens de balans op te maken met de tandem die achter het transferbeleid van de club zit: algemeen directeur Frédéric Van den Steen en sportief directeur Gyorgy Csepregi.
Om te starten: wat is jullie algemeen gevoel na deze transferperiode?
“Mag ik beginnen?”, glimlacht Frédéric Van den Steen. “Ik ben heel erg tevreden. We hebben hard gewerkt. Zowel Gyorgy als ik, maar ook de technische staf heeft zeker zijn rol gespeeld. Zo hebben we de groep toch een kwaliteitsinjectie kunnen geven, met een beperkt budget.”
“Dat klopt zeker”, vult Gyorgy Csepregi aan. “Ik heb de jongens kunnen halen die ik wilde. Ik wist op voorhand dat we creatief moesten zijn. Op alle posities waar ik vond dat we nog versterking of extra diepte konden gebruiken, is er iemand bijgekomen. Daar ben ik heel erg blij mee.”
Leg eens uit, hoe gaat zo’n transfer in z’n werk?
“Alles begint uiteraard bij het budget”, vertelt Van den Steen. “Voor het seizoen maak ik een budget dat door de aandeelhouders goedgekeurd moet worden. Binnen dat budget moeten we dan loonlast, eventuele transfersommen en andere uitgaven voorzien. Dat is een uitdaging, omdat we met een kleiner budget werken dan heel wat van onze rechtstreekse concurrenten die momenteel in de top vijf staan in de Challenger Pro League.”
“Met die leidraad begin ik dan aan mijn werk om spelers te vinden die een meerwaarde kunnen betekenen”, gaat Csepregi verder. “Maar dat doe ik uiteraard niet alleen. Ik krijg tips vanuit mijn netwerk en ook de technische staf en Frédéric komen soms met namen. Samen met Fred en de coach bekijk ik dan het sportieve plaatje. Daarna kloppen Fred en ik af op het financiële plaatje. Meestal voer ik de onderhandelingen, maar uiteraard altijd binnen de grenzen die Fred beheert.”
Daarvoor moet er veel vertrouwen zijn tussen jullie beiden…
“Gyorgy grapt soms: geef me nog wat minder budget, want dat vind ik te veel voor een spits”, lacht Van den Steen. “Maar alle gekheid op een stokje: ik heb Gyorgy al zien onderhandelen. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat hij altijd het onderste uit de kan haalt op dat vlak.”
“Aan de andere kant, moet ik erop vertrouwen dat Frédéric er alles aan doet om mij een zo hoog mogelijk en werkbaar budget te geven”, zegt Csepregi. “Hij is daarvoor de belangrijkste schakel naar de aandeelhouders. Het is ook hij die er voor gezorgd heeft dat we tijdens deze wintermercato extra budget gekregen hebben om nog een aantal nieuwe spelers aan te trekken. Combineer dat met het vertrek van Meisl die een behoorlijke loonlast had en dat resulteert in de ploeg die we vandaag op de mat kunnen brengen.”
(Lees hieronder verder)
Hoe staat het nu met de financiële situatie van de club?
“We staan nog steeds onder druk”, antwoordt Frédéric. “Maar we hebben de laatste drie boekjaren wel telkens onze verliezen kunnen verkleinen. We zijn daar trouwens niet de enige club in. Deze week nog las ik in de krant dat er afgelopen boekjaar een recordverlies geleden werd door alle Belgische voetbalclubs samen. Gelukkig zijn we wel gewoon op koers om onze verliezen ook dit jaar weer te beperken. Helaas blijft er zo veel druk op de aandeelhouders om de club levende te houden en de financiële tekorten bij te passen.”
Terug naar de transferperiode dan: bespreek de nieuwkomers is Gyorgy?
“Ik ben heel erg tevreden met de zes jongens die we toegevoegd hebben aan de kern. Mike Van Beijnen en Cheick Thiam kwamen er als eerste bij na een testperiode. Zij zijn gehaald op posities waar we al wel starters hadden, maar ik ben ervan overtuigd dat zij, zeker op langere termijn, een meerwaarde kunnen betekenen voor deze kern.”
“Sekou Diawara, Dean Huiberts en D’Margio Wright-Phillips werden allemaal gehuurd van andere clubs. Met Sekou haalden we een jonge Belg die de competitie kent. Dean was dan weer een speler die ik al langer wilde. Maar aan het begin van deze mercato was hij nog onbetaalbaar voor ons, maar tegen het einde hebben beide partijen water bij de wijn gedaan. Ik ben echt blij dat Zwolle hem de kans gaf om naar hier te komen en dat wij er zo een sterke speler bij hebben. D’Margio stond net als Dean ook al langer op mijn lijstje. Normaal ging hij in de zomer al komen, maar dat lukte uiteindelijk niet. Hij is ongelooflijk dankbaar om hier te zijn en is een fantastische jongen om bij de groep te hebben.”
“Onze laatste aanwinst Robin Simovic is dan weer iemand met tonnen ervaring. Hij liet een goede eerste indruk na in onze kennismakingsgesprekken en nu ook in de eerste trainingsweek. Hij is wat hetzelfde type als Charly Keita en Sekou Diawara: groot en sterk, maar hij is technisch ook heel erg goed. De boodschap is ook duidelijk denk ik: de plaatsjes zijn duur geworden. Geen enkele speler kan het zich permitteren om achteruit te leunen als hij in de basis wil blijven staan.”
Gezonde competitie dus…
“Ja, en dat is ook nodig”, treedt Van den Steen zijn sportief directeur bij. “Vorig seizoen hebben we na nieuwjaar een duik genomen in het klassement. Dat wilden we absoluut vermijden dit jaar. Extra kwaliteit en competitie binnen de groep, zonder het evenwicht en de goede mentaliteit van de huidige jongens te verstoren.”
Over naar een aantal vragen van onze fans: zijn jullie al bezig met de volgende mercato en eventuele aflopende contracten?
“Deze is nog maar juist afgelopen. Ik zou toch graag eerst even kunnen uitslapen”, lacht Csepregi. “Maar uiteraard zijn we al bezig met ons huiswerk. Nu is het aan de boys op het veld en in de dug-out. Uiteraard zijn Fred en ik nog elke dag bezig om het team te ondersteunen maar in de komende negen matchen moet het op het veld gebeuren. Ik zorg ervoor dat mijn huiswerk voor eender welk scenario af is.”
“In het voetbal moet je altijd een plan b, c en d hebben”, gaat Van den Steen verder. “Momenteel kan je niet uitgaan van promotie. Als je naar het klassement kijkt, kan alles nog. Dus ook op budgettair vlak bereiden we ons voor op beide scenario’s.”
En dan is er nog een kwestie die invloed heeft op het budget. Een woord dat dit seizoen al heel erg vaak gevallen is op het kiel: een overname. Wat kan je daar nog over kwijt?
“Niet veel”, zegt Frédéric. “De situatie is nog steeds dezelfde als de laatste maanden. Er wordt op zeer regelmatige basis gesproken met potentiële kandidaten. Dat die situatie al even duurt? Ja, maar daar schrik ik niet van. Maar dat het langer duurt van verhoopt, heeft niets te maken met eventuele promotie. De potentiële investeerders screenen de club volledig net zoals de investeerders worden gescreend door onze aandeelhouders. Uiteindelijk ligt de eindbeslissing bij hen.”
“Het is ook niet zo dat andere clubs in binnen- en buitenland in één, twee, drie worden overgenomen. Meer kan ik jammer genoeg vandaag ook niet zeggen. Maar uiteraard heeft een mogelijke overname ook een invloed op het budget voor volgend seizoen. Wat wel duidelijk is: zonder overname, werken wij verder op de weg die we nu zijn ingeslagen. En dan zullen we creatief moeten blijven verder werken en zullen de aandeelhouders hun verplichtingen blijven nakomen zoals ze dat tot nu toe steeds hebben gedaan.”
Tot slot dan nog: ik las ook heel erg veel waardering op de sociale media voor het werk dat jullie beiden doen. Geeft dat voldoening?
“Ja da’s niet normaal he”, lacht Gyorgy Csepregi. “Ik moet zeggen dat doet me wel iets. Maar ik maak me ook geen illusies. In voetbal kan het snel gaan. Vandaag ben ik de tovenaar, maar morgen kan dat weer helemaal anders liggen. Ik wil ook blijven benadrukken dat ik dit niet alleen doe. Frédéric is heel erg belangrijk voor mij maar ook de andere mensen in en rond de club en de contacten die mij elke keer opnieuw helpen, zijn van goudwaarde.”
“Ook ik voel veel waardering van onze fans”, zegt Frédéric. “Ook al krijg ik ook nog veel klachten binnen, vooral na een verliesmatch (glimlacht). Dat houdt je wel met de voetjes op de grond. Ik ben er me trouwens ook heel goed van bewust dat wij passanten zijn. De club bestond voor ons, en zal lang na ons blijven bestaan. Het is een cliché, maar ik vind echt dat de club belangrijker is dan een individu. Ik heb dan ook liever dat de focus op de club ligt dan alleen op ons.”
